Iemand met de diagnose dementie is in principe onbevoegd om auto te rijden. Er is echter een uitzondering voor mensen die ‘zeer lichte’ of ‘lichte’ dementie hebben. Een voorwaarde is dat iemand met de diagnose dementie een rijtest bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) goed doorstaat. Mensen met een matige of ernstige vorm van dementie zijn altijd onbevoegd om een motorvoertuig te besturen.

Onbevoegd

Met een diagnose dementie is iemand volgens de wet onbevoegd tot het besturen van een motorvoertuig. Omdat dementie (of een vermoeden van dementie) al in een vroeg stadium is aan te tonen, kan iemand met dementie in bepaalde gevallen wel het rijbewijs behouden. Een voorwaarde voor het behouden van het rijbewijs is dat degene met dementie een rijtest bij het CBR goed doorstaat.

Rijbewijs behouden


Als iemand met dementie zijn/haar rijbewijs wil behouden, dan moet de diagnose dementie aan het CBR worden doorgegeven.

  • U vult een ‘Eigen Verklaring’ in en stuurt deze op naar het CBR. Dit is een formulier dat u kunt verkrijgen bij het CBR of uw gemeente.
  • Stuur een recent onderzoeksrapport van de medisch specialist (zoals neuroloog, psychiater of geriater) mee met de eigen verklaring. In dit rapport moet de aard en de ernst van de dementie staan. Ook moet er een CDR-classificatie (Clinical Dementia Rating) bij zitten.
    Zonder recent onderzoeksrapport (met CDR-classificatie), kan het CBR degene met dementie op grond van de Eigen Verklaring naar een neuroloog of een geriater doorverwijzen. Dit consult is meestal voor eigen rekening.

Rijtest

Mensen met een score van 0,5 of 1 op de Clinical Dementia Rating worden uitgenodigd voor een rijtest. Tijdens de rijtest kan de deskundige van het CBR in de praktijk zien in welke mate dementie het rijgedrag beïnvloedt.

Nieuw rijbewijs


Als de rijtest goed wordt afgelegd, dan verstrekt het CBR een Verklaring van geschiktheid. Hiermee kan een nieuw rijbewijs bij de gemeente worden aangevraagd. Dit nieuwe rijbewijs is 1 jaar geldig. Het geldt alleen voor privégebruik van auto of motor; niet voor beroepschauffeurs.

Stuur de verzekeringsmaatschappij een kopie van het nieuwe rijbewijs en van de brief van het CBR. Vraag een schriftelijke reactie op de brief en bewaar deze bij de polis. Als uw verzekeraar degene met dementie weigert, dan kunt u een verzekering aanvragen bij Rialto N.V. in Rijswijk.

Ruim voor het verlopen van het rijbewijs (circa vier maanden) moet opnieuw een ‘Eigen Verklaring’ worden opgestuurd naar het CBR om een nieuwe verklaring van geschiktheid aan te vragen. Deze is nodig om het rijbewijs te verlengen.

Periode tussen diagnose en rijtest

Zolang het CBR geen uitspraak heeft gedaan over de rijgeschiktheid, is het besturen van een motorvoertuig met de diagnose dementie op eigen verantwoording. Bij ongelukken kan en mag de verzekeraar weigeren uit te keren als na onderzoek blijkt dat niet aan de eisen van ‘Regeling eisen geschiktheid 2000’ is voldaan. De bestuurder kan persoonlijk aansprakelijk worden gesteld.

Verder gevorderde dementie


Mensen met matige (CDR 2) of ernstige (CDR 3) dementie mogen geen auto of motor meer rijden. Zij mogen nog wel gebruik maken van een scootmobiel, een bromfiets en een 45 km/uur mobiel. Het gebruik van de laatste twee vervoermiddelen wordt echter sterk afgeraden, omdat hier veel ongelukken mee gebeuren.

AM-rijbewijs


Voor het rijden op een bromfiets, snorfiets, bromscooter, brommobiel en spartamet is een bromfietsrijbewijs (categorie AM) nodig. Het A of B-rijbewijs kan worden omgezet naar een AM-rijbewijs bij de gemeente. Er hoeft geen bromfietsexamen te worden afgelegd.

(bron: Alzheimer-Nederland)


terug naar Zo lang mogelijk thuis